De Flexmaat posters dienen het gesprek over meetonderwijs op gang te brengen. Als leerkrachten betere tools hebben om aandacht te schenken aan begripsvorming en procedureontwikkeling draagt dit bij aan meer kennis en steviger begrip van maten en het rekenen met maten bij leerlingen, is onze aanname. Een doorgaande lijn in modelgebruik in de school biedt meer ondersteuning voor de leerlingen.
Poster 1
Flexmaat poster 1 is met name bedoeld om bij geïntroduceerde maten te wijzen op de plaats op de poster en de positie in het metriek stelsel. Daarmee worden de leerlingen al vroeg vertrouwd met de ordening in grootheden en worden ze bewust gemaakt van het feit dat je met verschillende maten kunt meten en dat er een logische ordening is.
In een les zou je bijvoorbeeld de volgende vragen kunnen stellen:
- Bij welke grootheid hoort de maat?
- Zie je dat er nog meer maten zijn?
- Van welke maten heb je al eens gehoord?
- Waar hoort het bij (dus bij welke grootheid)?
- Welke zijn groter, kleiner … ?
Specifieke kenmerken poster 1
- Grootheden: lengte, inhoud in litermaten en gewicht
- Met afbeeldingen van referentiematen bij de meest gebruikte maten
- De maateenheden die nog niet aan de orde zijn, zijn lichter zodat je kunt zien dat er wel meer maten zijn
- De standaardmaat is oranje omlijnd
- Maateenheden staan voluit geschreven
- Met de afkortingen er in het klein bij
- De voorvoegsels staan op de memo in de rechterbovenhoek vermeld, in woorden
Groep 3 - 6
Poster 2
Op Flexmaat poster 2 wordt het metriek stelsel uitgebouwd met voor alle maten een voorbeeld van een referentiemaat. Het doel is dat de leerlingen een volledig beeld opbouwen en begrijpen en onthouden welke referentiemaat bij de maten horen. Bij poster 2 hoort ook dat de leerlingen gaan doorgronden hoe de maten zich tot elkaar verhouden. Dus bijvoorbeeld 1 meter is 10 decimeter.
In de les zou je de volgende vragen kunnen stellen:
- Waaraan kun je denken bij die maat? Even oefenen: hoeveel centimeter is gelijk aan 1 meter?
- En 1 kilogram, hoeveel gram is dat?
- Wat hebben een liter en een dm3 met elkaar te maken?
- Zou je met de inhoud van het melkpak het plantenpotje ongeveer kunnen vullen denk je?
- Hoeveel kopjes kun je overgieten in één melkpak denk je?
Bespreek met de leerlingen dat bij omrekenen geldt: als de maat kleiner wordt (bijv. van meter naar decimeter), wordt het aantal eenheden groter (bijv. 1 meter = 10 decimeter), in dit geval met factor 10.
Specifieke kenmerken poster 2
- Grootheden: lengte, inhoud in litermaten én in ‘kubieke’ maten en gewicht
- Met afbeeldingen van referentiematen bij alle maten
- De maateenheden die nog niet aan de orde zijn, zijn lichter zodat je kunt zien dat er wel meer maten zijn.
- De standaardmaat is oranje omlijnd
- De afkortingen van de maateenheden zijn groot afgebeeld
- De maateenheden zijn voluit geschreven en staan in het klein onder de afkortingen
- De voorvoegsels staan op de memo in de rechterbovenhoek vermeld, in woorden en in breuknotatie
- Op de memo’s aan de linkerkant staan enkele belangrijke, veel voorkomende omrekeningen (ook handig om te trainen) bijvoorbeeld:
lengte:
1 km = 10 hm
1 km = 1000 m
10 dm = 1 m
100 cm = 1 m
- De inhoudsmaten staan op twee wijzen afgebeeld in hetzelfde kleurvlak. De ‘kubieke’ maten eerst. Ze kunnen worden ‘afgeleid’ uit oppervlakte. Er komt één dimensie bij namelijk hoogte (of diepte). Daaronder volgt de weergave in litermaten. Met een stippellijntje wordt de verbinding verduidelijkt tussen m3 en kiloliter, dm3 en liter, cm3 en centiliter
Groep 5 - 8
Poster 3
Op de Flexmaat poster 3 gaat het om het vlot en correct rekenen met de maten. Er staan geen referentiematen meer bij, maar wel rekenvoorbeelden met eenvoudige getallen. Deze voorbeelden kunnen in de instructie terugkomen en gebruikt worden om het omrekenen (of herleiden) te modellen/hardop denkend voor te doen.
Specifieke kenmerken poster 3
- Grootheden: lengte, inhoud in litermaten én in ‘kubieke’ maten en gewicht
- Geen referentiematen afgebeeld
- De standaardmaat is oranje omlijnd
- De afkortingen van de maateenheden zijn groot afgebeeld
- De maateenheden zijn voluit geschreven en staan in het klein onder de afkortingen
- De voorvoegsels staan op de memo in de rechterbovenhoek vermeld, zowel in breuknotatie als in decimale notatie
- Bij de grootheid lengte staat een ezelsbruggetje opgenomen om de volgorde van de maten gemakkelijker te onthouden:
Kan Hannah dagelijks met de cello musiceren?
Hoewel er bij de andere grootheden een andere standaardmaat (de m van met is van meter) is het idee dat dit ezelsbruggetje ook helpt om de volgorde van de maten bij de oppervlakte, inhoud en gewicht te kunnen oproepen. - Bij oppervlakte zijn ook de begrippen hectare, are en centiare vermeld
- Bij inhoud staat bij cm3 (in verbinding met ml) ook cc vermeld
- Bij oppervlakte wordt de formule weergegeven:
Hoeveel m2 ?
Oppervlakte = lengte x breedte - Bij inhoud wordt de formule weergegeven:
Hoeveel m3 ?
Inhoud = lengte x breedte x hoogte
Inhoud = grondvlak x hoogte